Brief van vertegenwoordigers van MeshedUp aan Minister Bruins (10-12-2019)

Sinds november 2019 is MeshedUp actief betrokken bij de politieke discussies rondom het Medische Hulpmiddelenbeleid, daar waar het gaat om implantaten.

Zo hebben we op 11 november 2019 op het Ministerie van VWS een gesprek gevoerd met de plaatsvervangend directeur Geneesmiddelen en Medische Technologie en twee senior-beleidsmedewerkers van het Ministerie.

En op 25 november was Maria Smit namens MeshedUp één van de sprekers tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over implantaten.

De houding van minister Bruins tijdens het Algemeen Overleg Hulpmiddelenbeleid van 27-11-2019, waarbij hij meermaals aangaf “niet op de stoel van de arts te willen gaan zitten” en zich volledig leek te laten leiden door de inbreng van het bestuur van de NVOG, heeft patiënten met grote medische problemen na implantatie van mesh zeer gestoord.
Ook vond onze achterban de reacties van de minister op de op 04-12-2019 ingediende moties zeer eenzijdig.

Dat heeft ons ertoe gebracht minister Bruins onderstaande brief te sturen, met een CC aan alle leden van de Commissie VWS.

–   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
T.a.v. Minister Mr. Drs. B.J. Bruins
Postbus 20350
2500 EJ Den Haag

Helmond, 10-12-2019

Betreft: reactie op AO en debat m.b.t. Hulpmiddelenbeleid d.d. 27-11-2019

Geachte heer Bruins,

Graag reageren wij via deze weg op de gang van zaken rondom het onderwerp veiligheid en kwaliteit van medische hulpmiddelen en dan m.n. van voor en na het rondetafelgesprek van 25 november 2019. Daarbij speelt o.a. het feit dat u het aan het bestuur van de NVOG toelaat om op 26-11-2019 (vlak vóór het Algemeen Overleg Hulpmiddelenbeleid van 27-11-2019) alsnog een (onbesproken) position paper in te sturen, waaruit u tijdens het AO zelfs letterlijk citeert… zonder mogelijkheid tot hoor-wederhoor. Naar onze mening komt dit de zuiverheid van het debat niet ten goede.

Ook na de indiening van de moties op 04-12-2019 refereert u vrijwel uitsluitend aan het NVOG-schrijven en zegt u toe om te proberen, nog vóór de stemming over de moties, de NVOG per e-mail in te laten gaan op nadere vragen van enkele Kamerleden. Het standpunt van de NVOG plaatst u tijdens de bijeenkomsten voortdurend boven de signalen die u bereiken van o.a. de IGJ en RIVM, van patiënten(verenigingen) én via de rondetafel.

U geeft aan dat de NVOG stelt dat de behandeling met transvaginale mesh voor een kleine groep vrouwen met terugkerende verzakking nog steeds de beste optie is. De NVOG geeft aan dat daarvoor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is. U verkondigt daarbij dat 2% van de vrouwen ernstige klachten krijgt en u dat eigenlijk nog teveel vindt. In ons (inter)nationale medische netwerk is een dergelijk actueel onderzoek niet bekend. Kunt u de NVOG verzoeken om kenbaar te maken aan welk onderzoek zij dan refereert?

Gelijktijdig lijkt u de inbreng tijdens de rondetafel van de 3 patiëntenverenigingen en de inhoud van de door hen daartoe ingeleverde (zorgvuldig samengestelde) position papers vooral weg te zetten als “emotionele” bijdragen en “mensen die hier hun verhaal doen”. Uiteraard zijn er voorbeelden aangedragen, om de ernst van de situatie aan te geven, maar hoewel u aangeeft dat dit u raakt, reageert u op elk verzoek, dat bijdraagt aan vergroting van de patiëntveiligheid m.b.t. het gebruik van de mesh, bijna per definitie met uw opmerking “ik ga niet op de stoel van de arts zitten”. Daarmee aangevend dat u zich kennelijk voor 100% verlaat op de informatie die de NVOG u via haar bestuur aanreikt. Dat er gelukkig ook gynaecologen zijn in Nederland die er (vaak al heel lang) een andere mening op nahouden dan datzelfde bestuur, ontgaat u, maar bij ons is dat als zodanig welbekend.

Tenslotte laat u de door Prof. Dr. Cohen Tervaert geuite standpunten tijdens de rondetafel vrijwel geheel onbesproken. Bekend is dat bestuursleden van de NVOG zich geringschattend uiten over zijn standpunten. Laat u zich hierin ook leiden door het bestuur van de NVOG?

Door de hierboven genoemde punten draagt u actief bij tot het volstrekt ongelijke speelveld waarin patiënten zich bevinden als het gaat om de veiligheid en kwaliteit van met name de kunststof matjes (en indirect ook de borstimplantaten).

Richtsnoer van de NVOG:

NVOG heeft als “richtsnoer” (veldnorm) voor alle typen bekkenbodemmatjes in 2014 de zgn. “Nota Gebruik van Kunststof Materiaal bij Prolaps Chirurgie” versie 2.1 gepubliceerd. Mogelijk denkt het bestuur van de NVOG hiermee ook haar “terughoudende beleid” afgedekt te hebben. Het richtsnoer is van mei 2014 en kan vanwege vele nieuwe (inter)nationale inzichten, feiten en ervaringen inmiddels als verouderd bestempeld worden.

Verder vermeldt de NVOG dat de nota enkel geldt “als een richtsnoer voor het handelen, maar dat er situaties zijn waarin het denkbaar en/of wenselijk is dat een andere handelwijze wordt gevolgd”, waarmee de sturende waarde van de veldnorm o.i. grotendeels teniet wordt gedaan.

In het richtsnoer baseert de NVOG zich ook nog steeds letterlijk op de uit het IGZ-rapport van juli 2013 afgeleide stelling “dat bij een beperkt percentage patiënten (2%), ernstige complicaties voorkomen die niet altijd reversibel zijn”. Deze stelling is door het bestuur van NVOG al een tijdje als achterhaald bestempeld, waarbij men meermaals heeft toegegeven de mesh veel te snel omarmd te hebben, en tevens aangeeft dat het percentage ernstige complicaties minimaal 10% bedroeg. Daarbij overigens de opmerking dat vanwege het met lichaamsweefsel vergroeiende karakter van de matjes de reviseerbaarheid zonder (nieuwe) medische schade vrijwel nihil is. De NVOG noemt dit dus “niet altijd reversibel.…”.

Het “te snel omarmd” hebben slaat overigens niet enkel op de transvaginale matjes (TVM), maar in zijn algemeenheid op alle kunststof bekkenbodemmatjes. Ook in andere westerse landen wordt dit erkend. De brief van NVOG d.d. 26-11-2019 refereert voornamelijk aan de “vaginale implantaten”…

Internationaal wordt verder ook herkend, dat bij de “omarming” van de matjes juist ook Nederlandse (uro)gynaecologen een zeer voorname rol speelden bij het uitvoeren van de zgn. Randomized Clinical Trials (RCT) en de internationale publicatie daarvan.

Overigens: welke concrete en meetbare criteria liggen er ten grondslag aan een goede en complete veldnorm of “richtsnoer” en wie bepaalt dat? En welke procedures dienen er gevolgd te worden m.b.t. de implementatie van een veldnorm in de diverse zorginstellingen? Hoe en door wie wordt er op een onafhankelijke wijze toegezien dat de veldnorm ook inderdaad actief nageleefd wordt door artsen en zorginstellingen?

M.b.t. de beperkingen rondom de transvaginale mesh wordt in het richtsnoer (nog) niets vermeld over de zgn. “expertisecentra”, laat staan dat deze door de NVOG in enige andere schriftelijke uiting beschreven en concreet benoemd worden. Het lijstje ziekenhuizen dat recent door één van uw beleidsmedewerksters is verzonden als antwoord op een e-mail van een mesh-slachtoffer aan Minister Bruins, is tot op heden het enige concrete lijstje dat in omloop is. Veel meer ziekenhuizen claimen “expertisecentrum” te zijn, hetgeen het bestuur van NVOG mogelijk voor een dilemma plaatst….
Overigens: aan welke concrete en meetbare criteria dient een zg. “expertisecentrum” te voldoen en hoe worden die geborgd en op een onafhankelijke wijze  gecontroleerd?

De NVOG heeft u aangegeven dat bij het AMC in Amsterdam een team van experts werkt met veel ervaring met het verwijderen van “oude” matjes. De NVOG, maar indirect ook u, doet het voorkomen alsof men daar werkelijk de problemen van vrouwen met deze matjes kan oplossen. Echter uit reacties van lotgenoten blijkt dit niet het geval: het AMC is geen toverdoos. Het is een gigantisch groot internationaal probleem, de reviseerbaarheid van die “oude”, maar ook van zg. nieuwe matjes, is vrijwel nihil, omdat de matjes functioneel juist toegepast worden vanwege het vergroeiende karakter ervan met het lichaamseigen weefsel van de patiënten (“kauwgom in het haar”). Kunt u de NVOG eens vragen om precieze cijfers hoe men de kwaliteit en veiligheid van deze revisie-operaties meet en beoordeelt?

Overigens: uit één van de meldingen die wij deze week ontvingen valt te lezen dat een patiënte in december 2018 bij een gynaecoloog in een vooraanstaand ziekenhuis in Noord-Brabant (niet in Breda) -nadat bij haar een ernstige bekkenbodemverzakking was geconstateerd- de volgende opties kreeg aangeboden: 1. Operatie met eigen weefsel, 2. Operatie met een matje en 3. Meedoen aan een trial waarbij zij van tevoren niet geïnformeerd zou worden over welke van de beide opties zou worden toegepast. Zij ontving verder geen concrete informatie over risico’s en complicaties van de diverse mogelijkheden… Een “emotioneel verhaal”?

In het IGZ-rapport van 2013 wordt onder meer ook vastgesteld dat 90% van de patiënten slecht geïnformeerd is. In het richtsnoer van de NVOG staat vermeld: “alle patiënten krijgen schriftelijk standaard voorlichting waarbij volgens de geldende regels van de WGBO wordt getoetst of de informatie door de patiënt is begrepen”. Uit vele honderden meldingen van lotgenoten blijkt echter eerder het omgekeerde: op vaak intimiderende wijze wordt patiënten te verstaan gegeven dat alle (inter)nationale commotie rondom matjes onterecht is, er door hen geen “radarmatjes” (meer) worden toegepast, en de indruk gewekt dat de nieuwe matjes veilig zijn… Schriftelijk wordt er vrijwel nooit informatie meegegeven, afgezien van soms een folder van de fabrikant waarop de werkelijk ernstige complicaties onvermeld blijven.
Zouden er geen gerichte audits op zorglocatie moeten worden uitgevoerd door de IGJ, waarbij ook nadrukkelijk getoetst wordt op alle andere aanbevelingen uit het IGZ-rapport uit 2013? En zou de IGJ meldingen van patiënten over de onvoldoende wijze waarop de communicatie verloopt in de spreekkamer niet nadrukkelijk moeten gaan registreren?

Tenslotte geeft de nota ook aan dat de NVOG sinds 2014 beschikt over een kwaliteitsregister voor de bekkenbodemmatjes “tot registratie van Implantaat en eventuele complicaties in een database waarbij registratie van het implantaat op LOT nummer plaatsvindt en de patiënt landelijk vervolgd kan worden op basis van Burger Sofi Nummer”. Hoe kan het dan zijn dat het bestuur van de NVOG nú pas de inzichten hieruit deelt, toegeeft dat men de mesh te snel omarmd heeft, en beweert dat de eerder geuite percentages ernstige complicaties onjuist zijn?

Overigens: deelt de NVOG sinds 2014 haar kwaliteitsregistraties en alle bevindingen daaruit met de IGJ? En zo ja, wat doet de IGJ hier dan vervolgens mee? Nota Bene: MeshedUp ontving sinds 2014 meer dan 1.000 nieuwe meldingen van patiënten met klachten na implantatie van mesh, die getuigen van een zich door de jaren heen niet-verbeterende situatie voor patiënten en een toename van het aantal ernstige complicaties.

Liesbreukmatjes en enkele andere voorbeelden

In de brief van de NVOG aan u valt ook te lezen dat “bij implantaten vanwege liesbreuk 2% risico is op pijn”. Allereerst “pijn”: wat bedoelt men hiermee? Het gaat hierbij (zoals ook bij alle bekkenbodemmatjes) meestal om ernstige chronische pijn. Niemand weet wat dat betekent totdat men er zelf mee geconfronteerd wordt. Internationale onderzoeken tonen aan dat er bij 10 tot 30% na de operaties sprake is van “pijn” en er zijn onderzoeken waaruit blijkt dat patiënten na 60 maanden nog steeds chronische pijn hebben. En onderzoeken waaruit blijkt dat 5 tot 10% van de patiënten ernstig beperkt zijn geworden in hun dagelijks leven. Ook in de groep liesbreukmatjesslachtoffers doen zich gevallen van euthanasie en (pogingen) tot zelfmoord voor. Sinds 2013 blijkt uit diverse onderzoeken, dat in de situatie met deze matjes nauwelijks verbetering valt te bespeuren. Het ETZ geeft op haar website aan dat er jaarlijks in Nederland ongeveer 30.000 liesbreukoperaties plaatsvinden en meldt dat met de door hen toegepaste operatiemethode “slechts 3,5 procent” van de patiënten last houdt van chronische pijnklachten na een operatie. Dat zijn ruim 1.000 slachtoffers per jaar! ETZ pleit overigens ook nadrukkelijk voor terughoudend beleid, niet alles maar opereren met een matje, want het is bewezen dat ook dergelijke operaties in veel gevallen niet effectief zijn.
Over effecten van kunststof in het lichaam zwijgt iedereen echter.

Hoe anders kan het óók gaan met falende implantaten: zowel in het geval van Essure, als bijvoorbeeld de metaal-op-metaal prothesen, traden artsen nadrukkelijk naar buiten en kwam het wél snel tot een verbod. Er waren in deze situaties vást ook wel patiënten die er baat bij hadden, maar de ernst van de complicaties gaf voor de specialisten direct de doorslag en men viel terug op de eerder gebruikte, doeltreffende, behandelmethoden.
Het bestuur van de NVOG neemt echter geen enkele stelling in m.b.t. de risico’s en de ernst van de complicaties door aan te geven waar háár grenzen liggen, lijkt alles op zijn beloop te laten gaan, en laat het
-zo het schijnt- aan geen enkele specialist toe om met afwijkende standpunten buiten de zeer gesloten cultuur en het kader van het bestuur van de NVOG te treden….

Uit de bijdrage van Drs. H.A. Schuppers, voorzitter van de NOV, tijdens de rondetafel van 25-11-2019, maar ook al langer zichtbaar en merkbaar voor patiënten, komt naar voren dat de NOV met haar eigen werkwijze met kwaliteitsregistraties en nadruk op medisch-ethisch handelen al jaren de kwaliteit en veiligheid veel beter op orde heeft. Hierdoor kunnen uiteindelijk ook de gesprekken in de spreekkamer op een veel evenwichtiger wijze plaatsvinden, patiënten wél correct en compleet geïnformeerd worden, en de hoge kosten van revisie-operaties voorkomen worden. Het gebruik van in de praktijk onveilig gebleken prothesen wordt onmiddellijk gestaakt onder het mom van “ieder slachtoffer is er één teveel”.
Het kan dus anders…

Overige opvallende zaken uit de brief van de NVOG d.d. 26-11-2019:

Het bestuur van de NVOG stelt dat implantaten voor urine-incontinentie (inspanningsincontinentie) in de volksmond “bandje” genoemd, “vaak verward worden met een matje”. Deze implantaten zijn echter uit hetzelfde materiaal vervaardigd als de bekkenbodemmatjes, enkel de vorm van deze matjes is anders en ze zijn smaller… De aard van de complicaties is echter vergelijkbaar. In het Verenigd Koninkrijk heeft men de toepassing van deze “bandjes” daarom recent óók opgeschort….

Het bestuur van de NVOG stelt in haar brief o.a.

  • van type 2 (??) is rond 2010 bekend geworden dat er complicaties kunnen ontstaan”. Echter al in 2008 kwamen er klachten binnen bij de IGZ en al veel eerder kwamen patiënten terug bij hun arts omdat ze klachten hadden.
  • Volgens het bestuur van de NVOG “hadden de vaginale implantaten in het begin te maken met hoge risico’s op complicaties”; die risico’s zijn er nog steeds.
  • Er zijn nog steeds wel complicaties mogelijk, maar het risico hierop is nu veel kleiner” lezen we; wat is “veel kleiner”, waarom komt er desondanks dan toch een verbod op de vaginale matjes in USA, Canada, Engeland, Ierland, Nieuw Zeeland….??
  • In tegenstelling tot de eerste generatie (de groep waar de klachten zijn ontstaan) is de huidige generatie implantaten reviseerbaar”. Bijzonder, want dit wordt in de internationale gynaecologische wereld nergens concreet bevestigd…
  • Er is nu een patiëntenvereniging (LOC) die een commissie heeft samengesteld om dit te onderzoeken”; het LOC is helemaal géén patiëntenvereniging, maar een verlengstuk van het Ministerie van VWS; in deze commissie zit één patiënt, samen met haar partner…

En zo is er nog veel meer aan te merken op de brief van het bestuur van de NVOG.

We kunnen niet anders concluderen dan dat de brief door het bestuur van de NVOG zéér suggestief is opgesteld. Van het bestuur van een professionele medische beroepsvereniging mag men toch verwachten dat men juist zéér concreet en met échte feiten onderbouwd een dergelijke brief zou opstellen aan nota bene een minister?

Tijdens de indiening van de moties op 04-12-2019 geeft u aan dat u de opstelling van de NVOG in haar brief van 26-11-2019 als “openhartig” beschouwt. Wij kunnen dit echter onmogelijk rijmen met alle hierboven aangeven aspecten. Onze achterban heeft de inhoud van de brief als zéér grievend ervaren.

IGJ en RIVM:

Voorafgaand aan het rondetafelgesprek is MeshedUp uitgenodigd op het Ministerie van VWS voor een bespreking met Ministerie, IGJ en RIVM. Dit initiatief waardeerden wij zeer, immers de lotgenoten van MeshedUp hebben nogal wat op- en aanmerkingen op de (zichtbare) werkwijze van beide partijen. Ook het feit dat de IGJ sinds de publicatie van het IGZ-rapport van 2013 m.b.t. de bekkenbodemmatjes alle contact met patiënten vermeden heeft, speelt hierin een belangrijke rol.
Op 11 november zou bovengenoemd gesprek plaatsvinden, maar op het afgesproken tijdstip bleken de vertegenwoordigers van IGJ en RIVM niet aanwezig. In plaats daarvan heeft er een gesprek plaatsgevonden met Mw. Karla van Rooijen en twee van haar beleidsmedewerksters. In uw Voortgangsbrief Medische Hulpmiddelen van 22 november 2019 benoemt u dit als een gesprek van uzelf met ons, maar dat is dus niet juist.
Overigens pleiten we er nadrukkelijk voor om contacten met specifieke patiëntenverenigingen, daar waar dat voor risicovolle implantaten nog niet plaatsvindt, structureel te laten organiseren door de IGJ en de RIVM, maar óók door de betreffende medische beroepsgroepen. Er valt veel te leren van elkaar. Samenwerken is ons inziens de belangrijkste stap naar verhoging van de patiëntveiligheid in Nederland. Inzichten van patiënten kunnen daar veel aan bijdragen: zij zijn immers de ervaringsdeskundigen.

Verder pleiten wij ervoor dat IGJ transparantie gaat bieden aan patiënten, daar waar het gaat om meldingen via het LMZ, dan wel via het (tot nu toe complexe en tijdrovende) MEBI. Patiënten hebben er nu nauwelijks tot geen vertrouwen in dat er iets met hun melding gedaan wordt: ze kunnen dat ook nergens uit afleiden en zijn in het verleden vaak “weggestuurd”. Dit lijkt een zeer belangrijke oorzaak van het mogelijk relatief lage aantal meldingen dat de IGJ nu rapporteert (maar niet openbaar maakt). Ook blijken nieuwe (lange termijn) complicaties van een al wat langer geleden geïmplanteerd matje niet geregistreerd te worden, omdat het volgens de IGJ een “oude melding” betreft. Meldingen blijken ook geclusterd te worden tot één melding, waardoor onterecht een verkeerd beeld wordt opgeroepen. Het TV programma “Radar” besteedde eind 2018 aan dit laatste aspect ook al veel aandacht.

Tijdens de rondetafel stelde Mw. Eckenhausen van de IGJ dat “de risico’s en baten altijd met elkaar in balans moeten zijn en als dat niet zo is, dan vereist dat ingrijpen”. Hoe verhoudt de ernst van de complicaties zich in deze afweging? En de vaak hoge, absolute aantallen patiënten die met ernstige complicaties geconfronteerd worden? Complicaties die levenslang tot ernstige klachten leiden, niet enkel medisch (functioneel, fysiek en psychisch), maar ook sociaal, financieel en sportief. En waarom volgde de IGJ m.b.t. de transvaginale matjes éérder stelselmatig de stellingname van de Britse MHRA (vanwege de door haar tijdens de rondetafel ook gemelde jarenlange zware onderbezetting?) en wijkt zij nu plotseling af van de beslissing van het Verenigd Koninkrijk, om het gebruik van de transvaginale matjes te verbieden en de incontinentiebandjes op te schorten? Hoe onafhankelijk is de positie van de IGJ t.o.v. de medische beroepsgroepen, maar ook ten opzichte van de minister?

Vermeldenswaard is ook dat Mw. Eckenhausen stelde dat de IGJ er o.a. voor staat dat patiënten goed geïnformeerd worden over een implantaat, de behandeling en de risico’s daarvan. Daar merken onze lotgenoten over het algemeen weinig tot niets van. Overigens dienen patiënten ook goed geïnformeerd te worden over alternatieve behandelingen, maar dit ter zijde.

Landelijk Implantaten Register:

De op de website van het Ministerie van VWS gepubliceerde “factsheet” bevat een lijst met implantaten, waarop tot onze verbazing de zgn. “incontinentieslings” (of bandjes) en de vaginale bekkenbodemmatjes wél voorkomen, maar de abdominaal aangebrachte bekkenbodemmatjes (via de buik) en ook andere matjes zoals de liesbreukmatjes niet, ondanks dat het hierbij gaat om hoogrisico-implantaten. Mogelijk ontbreken er op deze lijst nog meer soorten implantaten.

Hii Holland:

Op de website van Hii Holland staat vermeld: “Creating a highway for new innovations”. Eén van de gelinkte thema’s betreft het uitfaseren van dierproeven. In hoeverre kan de minister borgen dat er niet een nieuwe “earn when you learn” situatie gaat ontstaan, met daarbij mensen als proefkonijnen, zoals dat o.a. al is aangetoond met de invoering van de bekkenbodemmatjes en de siliconen borstimplantaten?

Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid:

Op dit thema reageert u enkel met opmerkingen dat de aansprakelijkheid voor fabrikant en zorgverlener wettelijk geregeld is zoals die is en dat er bij patiëntenverenigingen en lotgenotengroepen wat dit betreft “veel kennis” is. Volgens u “zijn patiëntenverenigingen hier heel alert op, zoeken elkaar op, wisselen informatie uit en betrekken elkaar bij dit soort procedures”. Dat is volgens u “de goede route”.
Voor ons is volstrekt onduidelijk hoe u bij dat laatste komt? Patiëntenverenigingen en lotgenotengroepen hebben over het algemeen hun handen vol aan taken als informatieverstrekking, kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid van de groep die ze vertegenwoordigen, en zijn zeer zeker geen juridische kenniscentra. Daarvoor ontbreken ook alle financiële middelen.
De materie over verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden ligt juist heel complex, getuige ook de bijdrage van de heer John Beer tijdens de rondetafel. Juridische procedures m.b.t. implantaten als matjes en borstimplantaten verlopen vrijwel per definitie uiterst moeizaam en kennen vaak looptijden van 5 tot 10 jaar of zelfs langer, waarbij het succes voor een patiënt meestal volstrekt onvoorspelbaar blijft. Fabrikanten beschikken over legers aan advocaten en zorginstellingen zijn volstrekt allergisch voor aansprakelijkheidsstellingen en frustreren met veel advocaten iedere voortgang in juridische procedures. Ook hiervoor verwijzen wij u graag naar onze position paper, die wij u als bijlage nogmaals doen toekomen.

Uiteraard zijn wij bereid om nadere toelichting te geven op de inhoud van deze brief.

Wij begrijpen dat u binnenkort een nader gesprek aangaat met deskundigen over de problematiek met de kunststof matjes. Wij zullen het zéér op prijs stellen, indien u ons, als vertegenwoordigers van een grote groep patiënten met matjes, daarbij ook zou willen uitnodigen.

Tenslotte:

Uw collega minister Greg Hunt van Volksgezondheid in Australië heeft op 10 oktober 2018 namens zijn regering een nationaal excuus aangeboden aan alle vrouwen die slachtoffer werden van transvaginale mesh. De Schotse premier Nicola Sturgeon volgde dit voorbeeld een paar weken later. Wij verwachten van u niet direct dezelfde stap, maar zullen het wel zéér op prijs stellen indien u vanuit uw positie de situatie m.b.t. risicovolle implantaten vanuit een onafhankelijke positie zult willen beoordelen, de recent ingediende moties genuanceerder ter harte zult willen nemen, en passende maatregelen neemt waar nodig in het belang van alle patiënten in Nederland. Het gaat immers over Volksgezondheid, en niet over Artsenwelzijn!

Met vriendelijke groeten,

Frank Schotman en Maria Smit
www.meshedup.eu

Verslag Lotgenotendag MeshedUp 7 november 2015

Zaterdagmorgen rond kwart over negen stap ik in de auto voor een klein ritje naar het Stayokay Hostel Soest. Ik heb de vrijdag doorgebracht in een ander hotel in Soest, samen met nog zes andere lotgenoten en een drietal partners. We hebben samen gedineerd en onder het genot van een wijntje of een lekker glas bier, de avond met elkaar doorgebracht. Regelmatig heb ik deze vrijdag, via WhatsApp, nog contact met mede-lotgenote en organisator Monique Hos, om de laatste puntjes op de i. te zetten. We hebben diverse afmeldingen, maar gelukkig worden deze weer gedeeltelijk opgevuld door nieuwe lotgenoten die op de valreep nog graag naar de Lotgenotendag komen.

Bij binnenkomst zie ik dat Dokter Andri Nieuwoudt al is gearriveerd. Hij probeert bij de receptie een microfoon te regelen, zodat iedereen hem goed kan verstaan. Zijn ‘’Hollikaans’’ is soms wat moeilijk verstaanbaar en met een microfoon zal dat wellicht beter gaan. Jammer genoeg is er geen geluidsapparatuur beschikbaar, dus hij zal zijn stem wat moeten verheffen. Ook Monique is al aanwezig, samen met lotgenote Daan, die alvast bij de ingang gaat staan om de eerste gearriveerde lotgenoten op te vangen.

Monique heeft al een tafeltje klaargezet, waar de deelneemsters zich kunnen melden. We innen tevens de financiële bijdrage en vinken de deelnemerslijst af. Alle lotgenoten krijgen een badge met hun naam en groepsnummer. Dit nummer is belangrijk voor het tweede deel van het programma. Met een kopje koffie of thee en een lekker plakje cake, maken de deelnemers vast kennis met elkaar. Sommige hebben elkaar al vaker gezien op “huiskamerbijeenkomsten’’, andere voegen zich bij de groepjes en leren elkaar op deze manier een beetje kennen.

Zo rond half elf starten we met het eerste deel van het programma. Gynaecologe dokter van Doorninck is helaas niet gekomen en Dokter Nieuwoudt neemt haar deel dan ook over. Met sheets, foto’s en filmpjes legt hij uit wat er in het lichaam mis kan gaan na een bevalling, wat hieraan te doen is, en hoe het niet moet. Dat is ook dé reden dat we bij elkaar zijn. Er is bij ons allemaal schade aangericht door het gebruik van kunststof matjes, ook wel ‘’mesh’’genoemd. Hij laat ons tevens zien hoe verzakkingen verholpen kunnen worden, door het gebruik van biologische mesh, wat dokter Nieuwoudt een ‘’spalk’’ noemt. Voor ons allemaal is dit te laat. De schade is al aangericht en in de meeste gevallen niet meer ongedaan te maken, laat staan te verwijderen.

Tijdens zijn presentatie is het muisstil in de zaal. Een enkele lotgenoot staat even op om de pijn te ontlasten, maar iedereen luistert aandachtig naar dokter Nieuwoudt. Om alles even te laten bezinken, lassen we een extra pauze in en staat er voor iedereen nog een kopje koffie of thee klaar. Na een klein kwartiertje vervolgt dokter Nieuwoudt zijn presentatie. Hij heeft bij de lotgenoten veel los gemaakt, maar voor sommigen is er ook veel duidelijk geworden. Rond één uur is het tijd voor wat ontspanning en een heerlijke lunch. In de eetzaal staat brood met verse vleeswaren klaar en een dampende kop groentesoep.

Nadat iedereen het zich heeft laten smaken, vervolgen we het middagprogramma. Alle deelnemende lotgenoten zijn verdeeld in groepjes van zes of zeven personen. Deze zijn zoveel mogelijk samengesteld uit lotgenoten met dezelfde (soort) matjes. Niet iedereen heeft dit aan mij doorgegeven, dus is er ook geselecteerd op woonplaats of regio. De overige lotgenoten zijn ingedeeld bij willekeurige groepjes. Door de afmelders zijn sommige groepjes wat kleiner, maar dat wordt niet als bezwaarlijk ervaren.

Alle groepjes zoeken een rustig plekje in het gebouw, zodat er voldoende gelegenheid is om open met elkaar te kunnen praten. Ik ga alle groepjes even langs om wat foto’s te maken. Bij de één wordt serieus gepraat over elkaars problemen, terwijl in een ander groepje hard wordt gelachen.
Kortom, alles kan, niets moet!

Dokter Nieuwoudt voegt zich bij enkele groepjes om vragen te beantwoorden en advies te geven. Door gebrek aan tijd lukt het hem niet om bij alle groepjes aan te sluiten. Deze krijgen in het laatste deel van het programma de tijd om alsnog Dokter Nieuwoudt het hemd van het lijf te vragen.

Geduldig luistert hij naar iedere vraag en beantwoord deze met een duidelijke uitleg. Inmiddels is de vrouw van dokter Nieuwoudt gearriveerd en sluiten we de middag zoetjes aan af. We bedanken hem voor zijn belangeloze aanwezigheid en overhandigen hem een lekkere fles rode wijn. De andere fles, eigenlijk bestemd voor dokter van Doorninck, geef ik aan zijn vrouw. Met een glaasje fris praten we met z’n allen nog wat na en genieten we van het samenzijn.
Tot onze verrassing krijgen Monique en ik, namens alle lotgenoten, van Maria en Dora, nog een prachtig bloemstukje met een bedankkaartje. Wat ontzettend lief, ik ben er even stil van.

Rond vijf uur in de middag zijn alle lotgenoten richting huis vertrokken. Ook ik verzamel mijn spullen en laat het thuisfront weten dat ik over een uurtje thuis ben. Voor mij was het een ontzettend geslaagde dag. De organisatie was een leuke uitdaging, maar tevens ook best veel werk. Ik hoop dat de aanwezige lotgenoten het net zo’n fijne en zinvolle dag hebben gevonden als ik. Of er nog een volgende keer komt, weet ik niet. Maar ik ben zeker bereid om er dan weer mijn schouders onder te zetten. Het was voor mij in ieder geval de moeite waard en ik heb het graag voor jullie gedaan.
Heel veel liefs aan alle deelnemende lotgenoten en de thuisblijvers.

Groetjes, Ellen (en natuurlijk ook van Monique)

Verslag BekkenbodemDAG

Bekkenbodemdag Nunspeet, 24 januari 2015

Het was glad op de weg die morgen, maar veel lotgenoten waren gelukkig vrijdag al in het hotel aangekomen.  Na een kopje koffie, werden we allemaal gevraagd om in de arena plaats te nemen, want het programma ging beginnen.  De dag werd muzikaal aan elkaar gelijmd door Gregor Bak, die dat erg leuk en goed deed en zo meteen de spreektijd in de gaten hield.  De voorzitster Nicole Schaapveld heette ons welkom.

De dag begon met  dokter Bert Messelink uit Groningen met Stijn Brein (tòch tussen de oren…), en fysiotherapeut Fetske Hogen Esch van een bekkenbodemkliniek uit Enkhuizen. Zij deden wel een beetje luchtig over pijn; leuke dingen gaan doen… Leuk geprobeerd, zo zit het bij ons echt niet! Lotgenoten Janneke en Frouke hebben hen dat wel even laten weten. Dat je van echte pijn gewoon doodmoe wordt, en blij bent als je dagelijks het hoogstnoodzakelijke voor elkaar krijgt.

Daarna waren een fysiotherapeut en een seksuoloog aan het woord over seks, en problemen na verwijdering van een baarmoeder. Veel aanwezige lotgenoten hadden niet zoveel met dit onderwerp. Als de baarmoeder er al uit is gehaald, dan is dat vaak een opluchting en meestal niet de oorzaak van het niet meer hebben van seks. Seksueel contact is vaak helemaal niet meer mogelijk door een operatie met één of meerdere kunststof matjes.

Het onderwerp fysiotherapie ging vooral over bekkenbodemoefeningen en sportmogelijkheden bij het hebben van bekkenbodemproblemen. Ook hier konden veel lotgenoten zich niet in vinden. Sporten en oefeningen doen is door het kunststof matje niet mogelijk, of geeft juist heel veel pijnvermeerdering. Ook kwam uitgebreid incontinentie aan bod.

De lunch was prima, en tijdens de lunch kon je speed-daten met de professionals, fysiotherapeuten, gynaecologen en colorectaal chirurg dr Deen. Helaas geen MLD artsen of pijnpoli-artsen!

Na de lunch het toneelstuk ‘het verdriet van Viviane‘ (http://youtu.be/_ZYlaRdoCxs). Dit maakte schrijnend duidelijk wat een probleem als incontinentie met je doet, variërend van een scheiding, tot straatvrees, en het gevoel in een isolement te zitten. Dat laatste gevoel was erg herkenbaar en daarom zijn we ook zo blij met MeshedUp want dat schept toch een band.

Toen kwam een Marijke Slieker-ten Hove bekkenfysiotherapeut, die een boek heeft geschreven over de bekkenbodem. Wel duidelijk in haar taal, maar geen oplossing voor ons!

De klapper van de dag: Maria (http://www.bekkenbodemdag.nl/maria-smit.php) en Dora (http://www.bekkenbodemdag.nl/dora-de-wilde.php) met een prima voordracht, muzikaal geïntroduceerd door Gegor Bak met het liedje:

Ze vonden elkaar op internet, met dezelfde problemen bepaald geen pret.
MeshedUp werd opgericht, veel ellende problemen met matjes uitgelicht.
Dora uit het Belgische Sint Gillis Waas, vindt weinig research op dit gebied gek en dwaas
en Maria uit Helmond, die vorige week nog in de Tweede Kamer stond
met een goed verhaal over een burgerinitiatief, zonder dat zij haar stem verhief.
Over Meshed Up, ze hebben al heel veel omgespit, hier zijn Dora de Wilde en Maria Smit.

Aan het eind van het verhaal van Dora en Maria was er een speciaal moment voor lotgenote Marja, die op 50-jarige leeftijd, op 8 november 2014 stierf aan de gevolgen van een kunststof matje. De voordracht gaf duidelijk weer dat er een wereldwijd commercieel probleem is.

Namens alle lotgenoten werden er bloemen en het diploma “Levensredder” aan Maria en Dora overhandigd. Frank, de partner van Maria, hield hierna nog een toespraak, die puur zakelijk nog eventjes ‘de puntjes op de i zette’.  Dit gedeelte van de dag maakte op de hele zaal veel indruk.  (hierna vertrekken Ellen en Janneke, Yvonne neemt het over).

Tussendoor een theepauze, dus even weer de benen strekken, en daarna de laatste sprekers.
Ik ben heel blij dat ik ben gegaan want het was alle pijn waard om toch een hoop lotgenoten te spreken en nog even met Maria en Dora te babbelen die hier ook alle tijd voor namen.
Om half vijf zat het officiële gedeelte erop en toen was het tijd voor een hapje en een drankje wat er ook weer goed inging. Ik heb her en der nog met een aantal lotgenoten gebabbeld en met dokter Deen en toen was het tijd voor afscheid.

Zeer de moeite waard en zeker voor herhaling vatbaar en naar mijn mening (Yvonne) gaat dit ook zeker gebeuren.

Ellen, Yvonne en Janneke

Verslag “Mattendag” 18 februari 2014 in Brabant

Half december 2013 reed ik verwachtingsvol naar een lotgenoot in het midden van het land. Zij organiseerde een “mattendag”. Ik was een beetje cynisch over deze dag, alleen al door het woord mattendag. Ik had geen flauw idee wat ik me hierbij moest voorstellen. Maar na een heerlijk kopje koffie met appelgebak, kwam ik daar al snel achter. Aan een eettafel vol met lotgenoten praatten we “gezellig” over ons kunststof matje en alle problemen die we daarvan ondervinden. Eigenlijk best raar dat het, ondanks het onderwerp, toch heel gezellig was. We kenden elkaar niet, maar doordat we iets gemeen hebben, klikte het goed.

Toen ik in de file naar huis reed, en tijd had om over de dag na te denken, besloot ik dat zo’n soort bijeenkomst voor herhaling vatbaar was. En wel bij mij thuis. Misschien niet met alle lotgenoten van deze dag, maar zeker met een aantal van hen en met vrouwen die redelijk bij mij in de buurt wonen. Na wat heen en weer gemail, een datumprikker en mijn eigen agenda werd 18 februari gebombardeerd als Mattendag in Brabant.

Toch wat “zenuwachtig” voor wat deze dag zou brengen, deed ik ’s morgens nog snel wat boodschappen voor de lunch, zette stoelen klaar en deed de hond vast in zijn bench met een heerlijk hondenbot. Rond half elf ging de bel en kondigde de eerste lotgenoot zich al aan. Na een hartelijke kennismaking stroomde de rest van de uitgenodigde vrouwen binnen. De één had er een wat langere reis op zitten dan de ander, want zelfs uit België mocht ik drie vrouwen verwelkomen.

Terwijl ik zorgde voor koffie en thee en een behulpzame lotgenoot de door haar gebakken Cup Cakes uitdeelde, werd er al flink gekwebbeld en de eerste ervaringen gedeeld. Ik stelde voor om één voor één ons “verhaal” te vertellen. De ene lotgenoot vertelde haar medische geschiedenis, terwijl de andere juist weer meer vertelde over de pijnbestrijding, medicijnen, financiële problemen, partners of bepaalde artsen. Tussendoor wisselden we weer ervaringen uit en leefden we mee met de soms heftige levensverhalen.

Terwijl sommige zich buiten even terugtrokken voor een sigaret, zorgde ik ervoor dat iedereen werd voorzien van een natje en een droogje. Af en toe was er wat tijd om het even ergens anders over te hebben. Zo rond half vier vertrok de eerste lotgenoot weer richting huis. Een half uur later bracht ik één van hen snel even naar het station, zodat ze nog net op tijd de trein kon halen. Ondertussen hadden de andere lotgenoten afscheid van elkaar genomen en waren ook zij aan hun terugreis begonnen. Toen ik binnen kwam had zoonlief de boel weer opgeruimd, zodat ik even de tijd had om bij te komen.

Ik vond het een hele geslaagde en gezellige dag. We hebben naar elkaars verhaal geluisterd, informatie uitgewisseld, ervaringen gedeeld en zelfs af en toe gelachen. Wat mij betreft is zo’n mattendag zeker voor herhaling vatbaar. Vooral nu ik tweemaal heb mogen ervaren hoe fijn het is met gelijkgestemden over je problemen te kunnen praten.
Nu schieten mij drie omschrijvingen te binnen als ik denk aan “Mattendag”:
“herkenbaar”, “sterke vrouwen” en “ik ben dus niet de enige”.

Lieve lotgenoten, heel fijn dat jullie er waren en we open en op een vlotte manier met elkaar hebben kunnen praten. Ik hoop jullie en eventueel andere lotgenoten snel weer een keer te ontmoeten, bij iemand anders of gewoon weer bij mij thuis.

Liefs,
Een lotgenootje

België/Nederland – juni 2013

Mesh-slachtoffers komen samen in het AZ-Nikolaas (B)
27 juni 2013: 

Inleiding:

Vrouwen die pijnklachten blijven houden, ook na herstelingrepen zijn op den duur radeloos. Iedere keer denk je van je pijn verlost te zijn. Niet dus! Zelfs na een zoektocht om toch dat matje kwijt te raken krijg je op den duur het antwoord:
* een volgende ingreep kan je niet van de pijn afhelpen. Het kan zelfs meer schade aanrichten.
*  het matje is niet te verwijderen.
Wat dan? Uitzichtloos sta je met je beide voeten aan de grond. Je wordt doorverwezen naar de pijnkliniek, waar je medicatie krijgt voorgeschreven. We weten intussen wat dit met ons lichaam doet: kilo’s komen er snel bij, sufheid, slaperig, ongeïnteresseerd lijken, vochtophoping, zelfs verslaving………
Dan proberen met infiltraties, denervaties, enz.
We weten inmiddels dat de resultaten ook afhankelijk zijn van de behandelende arts. Mocht er een laatste kans zijn om van de pijn af te komen, of hem aanvaardbaar te maken, kies dan voor een goed team die doordacht te werk gaat, en voldoende ervaring heeft. (DDW)

Verslag samenkomst (meer…)

Dora de Wilde van MeshedUp woont masterclass in POP(1) chirurgie bij

13 en 14 juni 2013 – Ziekenhuis Zorgsaam te Terneuzen
Dora de Wilde is door gynaecoloog A. Nieuwoudt uitgenodigd om als vertegenwoordigster van lotgenotensteunpunt MeshedUp,  zijn Masterclass in POP(1)- chirurgie bij te wonen, samen met 3 Nederlandse gynaecologen. Deze Masterclass wordt sinds 2008 vijf keer per jaar aangeboden in Terneuzen.
Het doel was om inzicht te krijgen in het complexe geheel van de verzakking van de vaginale wand en de behandeling ervan.

Dora schrijft:
Ik kreeg tijdens deze workshop een duidelijker beeld van de complexiteit van “prolaps” en het “plan van aanpak”. Mij werd duidelijk
·     dat de gynaecologen serieus op zoek zijn naar oplossingen.
·     dat er geen scherp omlijnde antwoorden zijn.

Centraal in deze Masterclass stond wel dat de ingreep weinig tot geen schade zou moeten opleveren voor de patiënt.
Ik heb ervaren dat Dr. Nieuwoudt zijn werk met ernst en toewijding doet en zijn resultaten met collega’s op een transparante wijze deelt. Ik was op open wijze betrokken. Niet alleen om de aanwezige gynaecologen antwoord te geven op hun vragen over de uitzending van Tros Radar van december 2012, maar ook om op een positieve manier ons steunpunt bekend maken. (meer…)

Besprekingsverslag / overleg NVOG – Steunpunt Lotgenoten Meshedup.eu

Locatie : kantoor NVOG, Utrecht
Datum overleg: 06-03-2013

Op woensdag 6 maart jl. heeft er een eerste overleg plaatsgevonden tussen een vertegenwoordiging van het Steunpunt Lotgenoten Meshedup en de wetenschappelijke vereniging van gynaecologen, de NVOG. Aanwezig namens Meshed up waren Maria Smit, Gerry de Reuver en hun respectievelijke echtgenoten Frank Schotman en Freek Heidekamp. Aanwezig namens de NVOG waren de voorzitter en gynaecoloog Sjaak Wijma, de voorzitter van de werkgroep Bekkenbodem en gynaecoloog, Fred Milani en de directeur, Veronique van Dooren.

De directe aanleiding voor het gesprek was de Tv-uitzending van Tros Radar van 3 december 2012 http://www.trosradar.nl/uitzending/archief/detail/aflevering/03-12-2012/bekkenbodemmatjes/, waarin aandacht werd gegeven aan de omvang van de problematiek rondom complicaties na vaginale mesh operaties. Na de uitzending heeft Maria Smit Fred Milani aangesproken en hem gevraagd of het niet mogelijk zou zijn met elkaar het gesprek aan te gaan. (meer…)

Burgerinitiatief “Schriftelijke informatieplicht medische behandelingsovereenkomst”

Op 17 augustus 2012 is een van de oprichters van MeshedUp, Maria Smit, een petitie begonnen:
https://www.petities.nl/petitions/schriftelijke-informatieplicht-voor-artsen-bij-medische-ingrepen?locale=en&page=11.
De drijfveer om deze petitie te starten was het feit dat veruit de meeste matjesslachtoffers niet of onvoldoende zijn geïnformeerd over risico’s en complicaties van de ingreep met mesh voordat zij onder het mes gingen. Vrouwen werden wakker na de ingreep met hechtingen in hun billen. Waarom die er zaten …. geen idee. Niemand was ervan op de hoogte dat de operatie zulke ernstige klachten zou kunnen geven, dat de techniek betrekkelijk nieuw was, dat de middellange- en langetermijneffecten nog niet bekend waren, dat je er invalide van kon raken. Kortom, dat het middel vele malen erger zou kunnen zijn dan de kwaal … zonder uitzicht op herstel. Daar sta je dan. En er is geen weg meer terug …

Maria ontmoette slachtoffers van andere medische behandelingen op het medischforum.nl (een forum dat nu niet meer lijkt te bestaan) en op deeljezorg.nl. Ze kwam erachter dat ook deze patiënten vaak niet -of zwaar onder de maat- waren geïnformeerd vóór hun ingreep.
De petitie werd 1273 keer ondertekend. Dat schoot niet echt op.

Pas toen Maria, toen ze op 3 december 2012 in de uitzending was van Tros Radar, aan Antoinette Hertsenberg vroeg of zij al BN-er de petitie zou willen ondertekenen, kwam er schot in de zaak.
Antoinette heeft Maria’s petitie nooit ondertekend. Ze had een beter idee: er een burgerinitiatief van maken.  En zo is het Burgerinitiatief “Schriftelijke Informatieplicht Medische Behandelingsovereenkomst” geboren. Ontstaan uit de vruchtbare samenwerking van een programmamaker, een professor en een patiënt.

https://radar.avrotros.nl/uitzendingen/reacties/item/burgerinitiatief-schriftelijke-informatieplicht-medische-behandelingsovereenkomst/
https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vji9fpo2vuwn
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2014D10258&did=2014D10258
https://www.youtube.com/watch?v=hkouGwGsBHs

Rapport Vaginale Meshes

De echtgenoot van een van ons schreef eind maart 2012 een rapport over vaginale meshes. Dat rapport is naar alle leden van de Vaste Kamercommissie van VWS gestuurd ter voorbereiding op het algemene overleg dat op 12 april 2012 om 15.30 uur plaats heeft gevonden in Den Haag in de Troelstrazaal. Tijdens dit overleg dat in het teken stond van de P.I.P. implantaten kwamen ook de bekkenbodemmeshes ter sprake..

Dit was de agenda:

  1. Reactie op verzoek Arib over PIP-borstimplantaten 32805-6 d.d. 14 februari 2012
  2. Reactie op verzoek Arib over de veiligheid van medische implantaten 32805-7 d.d. 27 maart 2012
  3. Aanbieding afschrift van de reactie op de brief van EU-commissaris Dalli over het actieplan

En dit is de inhoud van het rapport van F. Schotman:

Rapport Vaginale Meshes

Een ontluisterende verzameling van feiten m.b.t. de bekkenbodemmatjes
Herziene versie 2.3 d.d. 18-12-2012
Door Frank Schotman

Inhoud:

  • Algemeen
  • De fabrikanten van de matjes
  • De Inspectie van de Gezondheidszorg IGZ
  • De keuring van de matjes
  • Standpunten van de FDA
  • Standpunten van de IGZ
  • Het Ministerie van VWS en de politiek
  • De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie NVOG
  • Stichting Bekkenbodem Patiënten SBP
  • Copyright en disclaimer (meer…)