Half december 2013 reed ik verwachtingsvol naar een lotgenoot in het midden van het land. Zij organiseerde een “mattendag”. Ik was een beetje cynisch over deze dag, alleen al door het woord mattendag. Ik had geen flauw idee wat ik me hierbij moest voorstellen. Maar na een heerlijk kopje koffie met appelgebak, kwam ik daar al snel achter. Aan een eettafel vol met lotgenoten praatten we “gezellig” over ons kunststof matje en alle problemen die we daarvan ondervinden. Eigenlijk best raar dat het, ondanks het onderwerp, toch heel gezellig was. We kenden elkaar niet, maar doordat we iets gemeen hebben, klikte het goed.
Toen ik in de file naar huis reed, en tijd had om over de dag na te denken, besloot ik dat zo’n soort bijeenkomst voor herhaling vatbaar was. En wel bij mij thuis. Misschien niet met alle lotgenoten van deze dag, maar zeker met een aantal van hen en met vrouwen die redelijk bij mij in de buurt wonen. Na wat heen en weer gemail, een datumprikker en mijn eigen agenda werd 18 februari gebombardeerd als Mattendag in Brabant.
Toch wat “zenuwachtig” voor wat deze dag zou brengen, deed ik ’s morgens nog snel wat boodschappen voor de lunch, zette stoelen klaar en deed de hond vast in zijn bench met een heerlijk hondenbot. Rond half elf ging de bel en kondigde de eerste lotgenoot zich al aan. Na een hartelijke kennismaking stroomde de rest van de uitgenodigde vrouwen binnen. De één had er een wat langere reis op zitten dan de ander, want zelfs uit België mocht ik drie vrouwen verwelkomen.
Terwijl ik zorgde voor koffie en thee en een behulpzame lotgenoot de door haar gebakken Cup Cakes uitdeelde, werd er al flink gekwebbeld en de eerste ervaringen gedeeld. Ik stelde voor om één voor één ons “verhaal” te vertellen. De ene lotgenoot vertelde haar medische geschiedenis, terwijl de andere juist weer meer vertelde over de pijnbestrijding, medicijnen, financiële problemen, partners of bepaalde artsen. Tussendoor wisselden we weer ervaringen uit en leefden we mee met de soms heftige levensverhalen.
Terwijl sommige zich buiten even terugtrokken voor een sigaret, zorgde ik ervoor dat iedereen werd voorzien van een natje en een droogje. Af en toe was er wat tijd om het even ergens anders over te hebben. Zo rond half vier vertrok de eerste lotgenoot weer richting huis. Een half uur later bracht ik één van hen snel even naar het station, zodat ze nog net op tijd de trein kon halen. Ondertussen hadden de andere lotgenoten afscheid van elkaar genomen en waren ook zij aan hun terugreis begonnen. Toen ik binnen kwam had zoonlief de boel weer opgeruimd, zodat ik even de tijd had om bij te komen.
Ik vond het een hele geslaagde en gezellige dag. We hebben naar elkaars verhaal geluisterd, informatie uitgewisseld, ervaringen gedeeld en zelfs af en toe gelachen. Wat mij betreft is zo’n mattendag zeker voor herhaling vatbaar. Vooral nu ik tweemaal heb mogen ervaren hoe fijn het is met gelijkgestemden over je problemen te kunnen praten.
Nu schieten mij drie omschrijvingen te binnen als ik denk aan “Mattendag”:
“herkenbaar”, “sterke vrouwen” en “ik ben dus niet de enige”.
Lieve lotgenoten, heel fijn dat jullie er waren en we open en op een vlotte manier met elkaar hebben kunnen praten. Ik hoop jullie en eventueel andere lotgenoten snel weer een keer te ontmoeten, bij iemand anders of gewoon weer bij mij thuis.
Liefs,
Een lotgenootje